Ik herinner me levendig de geur van de verse bloemen op de bruiloft.
Het smetteloze witte linnen, het klingelen van kristallen glazen, het gemurmel van gelach—niets kon de nietigheid verbergen die ik die dag ervoer.
Mijn naam is Isabelle Hart. Ik kom niet uit een rijke familie.
Tijdens mijn studie had ik twee banen, waarbij ik vaak maaltijden oversloeg om de huur te kunnen betalen.
Mijn moeder werkte als huishoudster, terwijl mijn vader klusjesman was.
Hoewel we nooit zonder liefde zaten, ontbrak er altijd iets—stabiliteit.
Daarna ontmoette ik Daniel Weston.
Ter illustratie: hij toonde vriendelijkheid, intelligentie en nederigheid op een manier die ik niet had verwacht van iemand die geboren was in enorme rijkdom.
De media noemden hem “De Miljardair met een Rugzak,” omdat hij sneakers verkoos boven Italiaanse loafers.
We ontmoetten elkaar op een onverwachte plek—een boekhandel in een rustige wijk van Boston.
Ik werkte er parttime terwijl ik mijn master in onderwijs volgde.
Hij kwam binnen op zoek naar een boek over architectuur, en daarna voerden we een gesprek van twee uur over klassieke literatuur.
Het was geen sprookje.
We hadden grote verschillen.
Ik kende het woord sommelier niet, en hij wist niet hoe het was om van salarisstrook tot salarisstrook te leven.
We overwonnen dat door liefde, geduld en veel humor.
Toen hij mij ten huwelijk vroeg, waren zijn ouders vriendelijk; maar in hun ogen zag ik dat ik niet voldeed aan hun verwachtingen.
Voor hen was ik het goede doel dat hun zoon had “betoverd.”
Zijn moeder, Vivian, glimlachte naar me tijdens brunches maar raadde me daarna aan om “iets bescheidens” te dragen bij familiebijeenkomsten, alsof ik mezelf moest bewijzen.