Emily slikte moeizaam. Elk deel van haar wilde terugslaan, om te bewijzen dat ze niet iemand was om over te lopen. Maar ze wist ook dat het verlies van deze baan zou betekenen dat ze de enige reddingslijn die haar familie nog had, zou verliezen. Dus liet ze zich op de grond zakken, haar knieën drukten in het tapijt, en begon met trillende handen de scherven op te rapen.
Een scherpe snede sneed in haar vinger, waardoor een druppel bloed ontstond. Ze deinsde terug, maar bleef stil. Victoria keek toe met een zelfvoldane glimlach, duidelijk tevreden met wat ze als onderwerping zag. Maar op dat moment realiseerden ze zich geen van beiden iets belangrijks: Emily zou de eerste meid zijn die niet alleen Victoria Harringtons wreedheid zou verdragen, maar uiteindelijk ook de macht binnen het huishouden van de Harringtons op een manier zou verschuiven zoals niemand ooit eerder had gedaan.
De grote marmeren hal was stil, op het zachte geklingel van glas dat werd verzameld na. Maar onder die stilte vormde zich stilletjes een storm – een storm die Emily’s kracht, Victoria’s arrogantie en Andrew Harringtons loyaliteit op de proef zou stellen.
Vanaf die dag werd Emily constant in de gaten gehouden. Victoria bestierde het huishouden als een schaakspel en verplaatste het personeel alsof het wegwerpspullen waren. Maar in tegenstelling tot de anderen, brak Emily niet.
Elke ochtend stond ze voor zonsopgang op. Ze poetste messing armaturen tot ze glansden, maakte kroonluchters stap voor stap schoon en zorgde ervoor dat de was op tijd draaide. Ze klaagde nooit – zelfs niet toen Victoria opzettelijk onredelijke verwachtingen stelde. Emily ging elke uitdaging aan met stille vastberadenheid.
« Emily, » snauwde Victoria tijdens het ontbijt. « Deze koffie is lauw. Zet nog een pot. »
Vijf minuten later: « Te heet. Begrijp je wel wat evenwicht is? »