Het andere personeel – koks, chauffeurs, tuinmannen – keek vol ontzag toe. Waar zij kwelling zagen, zag Emily strategie. Ze realiseerde zich al snel dat Victoria gedijde op reactie. Hoe luider de protesten, hoe harder haar straffen. Toch gaf Emily haar niets. Geen excuses, maar tranen. Alleen stille gehoorzaamheid en een blik die nooit afdwaalde.
Het maakte Victoria zenuwachtig.
Op een avond kwam Andrew Harrington thuis van een vergadering en trof zijn vrouw Emily aan die haar uitschold omdat ze haar servetten verkeerd had gevouwen. Hij bleef even staan in de deuropening en zag Emily respectvol haar hoofd buigen, maar weigeren te trillen. Later, toen Andrew in de studeerkamer aan zijn whisky nipte, vroeg hij zijn vrouw, bijna achteloos: « Waarom is ze nog niet gestopt? »
Victoria’s lippen verstrakten. « Ze is koppig. Of dom. »
Maar Andrew raakte geïntrigeerd. Zijn rijkdom was ontstaan doordat hij kracht herkende – in zakenpartners, concurrenten en gemiste kansen. En nu, in zijn eigen huishouden, zag hij diezelfde stille veerkracht in een jonge vrouw die doorstond wat anderen niet konden.
Terwijl de dagen weken werden, bleef Emily standvastig. Ze repareerde stilletjes de zoom van Victoria’s avondjurk, bleef tot diep in de nacht op om zilver te poetsen na weelderige gala’s, en werkte vaak door tot haar ogen brandden van vermoeidheid. Ze begon zelfs Victoria’s onuitgesproken gewoontes op te pikken: een vleugje citroen in haar water, haar afkeer van lelies in de bloemenperken, haar obsessie met strikte stiptheid.
T