Mijn dochter keek me dood aan en zei: « Jij eet pas na iedereen. » Nadat ik acht uur voor haar etentje had gekookt. De volgende dag kreeg ze een telefoontje van mijn advocaat. Ze dacht dat ze me degradeerde tot hulpje. Ze realiseerde zich niet dat ze haar bank aan het ontslaan was.
Toen mijn schoondochter Rosalind zachtjes zei: « Jij eet na iedereen », voelde ik iets in me veranderen. Het was geen luide breuk, maar een stille breuk, zoals die zich langzaam verspreidt als rijp langs een oud raam. Ik staarde naar het gebraad dat ik urenlang had gemarineerd, de jus glinsterend in de pan, en vervolgens naar … Lire plus