Andrzej groeide gezond en heel aanhankelijk op. Elke ochtend kwam hij naar mijn bed, knuffelde me en zei: « Mama Tania, hou van me! » En dat deed ik. Met elk gebaar, elke glimlach en elke ademhaling.
Jaren verstreken. Alina werd een tiener en droomde ervan om maatschappelijk werker te worden en kinderen te helpen die hetzelfde hadden meegemaakt. Andrzej, een dierenliefhebber, droomde ervan om dierenarts te worden.
Op een dag, tijdens het opruimen van de zolder, vond Alina een oud kaartje met een berichtje van haar biologische moeder:
« Vergeef me, kinderen. Ik kan niet meer. Ik hoop dat er goede mensen zijn. »
Ze lijstte het in en hing het in haar kamer. Niet vanwege de pijn, maar als herinnering aan een verhaal dat begon met verlating en eindigde met hoop.
« Zonder die kaart was je nooit in ons leven gekomen, » zei ze. « En we hadden nooit geweten wat het betekent om echt geliefd te zijn. »
Ik liep naar haar toe en omhelsde haar.
— En ik had nooit geweten hoe sterk een meisje van zeven kan zijn als ze niet opgeeft.
Een echte familie is niet altijd de familie die je het leven schenkt, maar de familie die van je houdt.