De neus weet het: het raadselachtige verband tussen uw reukvermogen en uw sterfelijkheid ontrafelen
Anosmie, het volledig onvermogen om geuren te ruiken, staat in contrast met hyposmie, waarbij u gedeeltelijk niet meer kunt ruiken. Mensen met anosmie kunnen nog steeds basissmaken als zout, zoet, zuur en bitter herkennen, maar kunnen moeite hebben met het onderscheiden van specifieke smaken. Verrassend genoeg berust het vermogen om smaken te onderscheiden voornamelijk op de geur, en niet zozeer op de smaakreceptoren op de tong. Mensen met reukverlies melden vaak dat ze minder goed kunnen proeven en minder plezier hebben in eten.
Leeftijdsgebonden veranderingen, zoals de afname van reukreceptoren, dragen bij aan de afname van het reukvermogen bij ouderen. Normaal gesproken merken mensen rond hun 60e veranderingen in hun reukwaarneming, waarbij de grootste veranderingen na hun 70e optreden.
Anosmie kan verschillende oorzaken hebben, waaronder aandoeningen waarbij de neusholtes ontstoken of geblokkeerd zijn, waardoor geuren het reukgebied niet kunnen bereiken, of schade aan delen van het reuksysteem of de zenuwen die het reuksysteem met de hersenen verbinden. Veelvoorkomende oorzaken zijn:
Hoofdletsel, vooral bij jongvolwassenen Virale infecties Ziekte van Alzheimer, vooral bij ouderen Hoofdletsel leidt vaak tot blijvend verlies van reukvermogen, zoals bij verkeersongevallen. Dergelijke verwondingen kunnen de reukzenuwvezels beschadigen of afsnijden. Deze zenuwvezels zorgen voor de overdracht van signalen van reukreceptoren naar de hersenen. Infecties of tumoren die zich in de buurt van de zeefplaat in de neusholte bevinden, die de neusholte van de hersenen scheidt, kunnen ook de reukzenuwen beschadigen.